De regels van vloer zijn als volgt:
- Vloeren moeten vlak zijn. Dit betekent dat er geen oneffenheden of hellingen mogen zijn die het lopen of rijden kunnen belemmeren. De vlakheid van een vloer wordt gemeten met een waterpas.
- Vloeren moeten stabiel zijn. Dit betekent dat ze niet mogen verschuiven of kantelen. De stabiliteit van een vloer wordt bepaald door het type vloerconstructie en de ondergrond.
- Vloeren moeten stroef zijn. Dit betekent dat ze niet glad mogen zijn, vooral niet als ze nat zijn. De stroefheid van een vloer wordt bepaald door het type vloerbedekking of afwerking.
- Vloeren moeten geluidswerend zijn. Dit betekent dat ze geluid moeten absorberen om geluidsoverlast te voorkomen. De geluidswerendheid van een vloer wordt bepaald door het type vloerconstructie en de gebruikte materialen.
- Vloeren moeten brandwerend zijn. Dit betekent dat ze brand moetenvertragen om de verspreiding van brand te voorkomen. De brandwerendheid van een vloer wordt bepaald door het type vloerconstructie en de gebruikte materialen.
Deze regels zijn van toepassing op alle vloeren, zowel in woningen als in utiliteitsbouw. Ze zijn bedoeld om de veiligheid en gezondheid van gebruikers te waarborgen.
In Nederland zijn de regels voor vloeren vastgelegd in het Bouwbesluit. Dit besluit bevat eisen voor de bouw van alle gebouwen, waaronder de eisen voor vloeren.
De regels voor vloeren kunnen per land verschillen. Het is daarom belangrijk om je te informeren over de geldende regels in het land waar je woont of werkt.