Hier zijn acht voorbeelden van dingen die formeel zijn geworden:
- Taal. In het verleden werd taal vaak informeler gebruikt, met meer dialecten en spreektaal. Tegenwoordig is taal steeds formeler geworden, met meer standaardisatie en gebruik van correcte grammatica en spelling.
- Kleding. In het verleden werd kleding vaak informeler gedragen, met meer casual kleding. Tegenwoordig is kleding steeds formeler geworden, met meer aandacht voor stijl en etiquette.
- Gedrag. In het verleden werd gedrag vaak informeler, met meer ongedwongenheid en spontaniteit. Tegenwoordig is gedrag steeds formeler geworden, met meer aandacht voor etiquette en protocol.
- Omgangsvormen. In het verleden waren omgangsvormen vaak informeler, met meer directheid en openheid. Tegenwoordig zijn omgangsvormen steeds formeler geworden, met meer aandacht voor indirectheid en tact.
- Rituelen. In het verleden waren rituelen vaak informeler, met meer spontaniteit en creativiteit. Tegenwoordig zijn rituelen steeds formeler geworden, met meer aandacht voor traditie en regelmaat.
- Organisaties. In het verleden waren organisaties vaak informeler, met meer improvisatie en flexibiliteit. Tegenwoordig zijn organisaties steeds formeler geworden, met meer structuur en regelmaat.
- Wetgeving. In het verleden was wetgeving vaak informeler, met meer ruimte voor interpretatie. Tegenwoordig is wetgeving steeds formeler geworden, met meer precisie en zekerheid.
Deze voorbeelden zijn slechts een greep uit de vele dingen die formeel zijn geworden. De trend naar formalisering is te zien in alle aspecten van de samenleving, van taal en kleding tot gedrag en rituelen. Er zijn verschillende redenen voor deze trend, waaronder de toenemende globalisering, de groei van de middenklasse en de toenemende complexiteit van de samenleving.
Hier zijn enkele specifieke voorbeelden van hoe deze trend zich in de praktijk uitdrukt:
- Taal: In het verleden was het gebruik van dialecten en spreektaal veel gangbaarder. Tegenwoordig wordt er steeds meer gebruik gemaakt van standaardtaal, met meer aandacht voor correcte grammatica en spelling. Dit is te zien in bijvoorbeeld de media, het onderwijs en het bedrijfsleven.
- Kleding: In het verleden was het veel gebruikelijker om casual kleding te dragen, ook in formele situaties. Tegenwoordig wordt er steeds meer aandacht besteed aan kledingstijl en etiquette, vooral in zakelijke en professionele situaties.
- Gedrag: In het verleden was het veel gebruikelijker om direct en open te zijn, ook in formele situaties. Tegenwoordig wordt er steeds meer aandacht besteed aan indirectheid en tact, vooral in professionele en zakelijke situaties.
- Omgangsvormen: In het verleden waren omgangsvormen vaak informeler, met meer ruimte voor improvisatie en creativiteit. Tegenwoordig worden er steeds meer formele omgangsvormen verwacht, vooral in professionele en zakelijke situaties.
- Rituelen: In het verleden waren rituelen vaak informeler, met meer spontaniteit en creativiteit. Tegenwoordig worden er steeds meer formele rituelen verwacht, vooral in religieuze en culturele contexten.
- Organisaties: In het verleden waren organisaties vaak informeler, met meer improvisatie en flexibiliteit. Tegenwoordig worden er steeds meer formele organisaties verwacht, vooral in grote organisaties.
- Wetgeving: In het verleden was wetgeving vaak informeler, met meer ruimte voor interpretatie. Tegenwoordig wordt er steeds meer gebruik gemaakt van formele wetgeving, met meer precisie en zekerheid.
Deze trend naar formalisering heeft zowel positieve als negatieve gevolgen. Aan de positieve kant kan het leiden tot meer duidelijkheid, efficiëntie en professionaliteit. Aan de negatieve kant kan het leiden tot meer afstandelijkheid, bureaucratie en stijfheid.